Dit keer een gesprek met een van onze trainers, Magda Mol. We vroegen haar onder andere hoe het is om trainer te zijn bij FiniVita.
Ik ben Magda Mol, Getrouwd met Maarten, moeder van drie kinderen. Wij wonen met elkaar in Alblasserdam, bijna onder de wieken van de Molens van Kinderdijk.
Van 2006 tot 2015 heb ik als oncologieverpleegkundige gewerkt in het EMC (toen nog Daniël den Hoed kliniek). Hier heb ik mijn eerste ervaring met palliatieve zorg opgedaan en ben ik deze kant van de zorg zeer gaan waarderen. In 2015 heb ik de overstap gemaakt naar Hospice de Regenboog in Rotterdam. Hier voel ik mij op mijn plaats en mag ik samen met mijn collega’s zorg bieden aan mensen in de laatste levensfase.
Als ik vrij ben dan ben ik lekker thuis, of wandel en fiets ik. Daarnaast doe ik nog wat vrijwilligerswerk. Ik word blij wanneer ik aan het einde van de dag nog even een goed boek kan pakken.
Betrokkenheid bij FiniVita?
Ik ben al vanaf het begin (2019) betrokken bij FiniVita; toen nog Leerhuizen Palliatieve Zorg. Dat kwam door Kees Goedhart, toen werkzaam bij Lelie Zorggroep die actief en enthousiast deskundigen van de werkvloer wilde betrekken bij FiniVita.
Ik kon meedenken en meekijken, heb een training gevolgd en daarna ben ik gestart met het geven van de basisscholingen Palliatieve Zorg, eerst vooral aan ‘eigen’ collega’s in de zorg; later ook binnen andere organisaties.
Hoe komt het dat Palliatieve Zorg jou zo na aan het hart ligt?
Als student kreeg ik een les over zorg in het hospice, ik las het boek ‘de kunst van het sterven’ en kwam er steeds meer achter dat hier mijn hart ligt. Uiteindelijk kwam ik zo in 2015 in de Regenboog en daar voel ik mij op mijn plek!
Palliatieve Zorg is gelukkig een specialisme geworden. Deze zorg doet ertoe. De zorg (en juist ook de palliatieve zorgvraag neemt toe. Hier moeten we iets mee. We spreken hierover met de zorgcollega’s en denken voortdurend na hoe we het nog beter kunnen inbedden in de dagelijkse zorg.
Vertel eens over je rol als trainer bij FiniVita?
Ik vind het echt een geschenk om ‘in de keuken te mogen kijken’ van een zorgorganisatie en te horen hoe zorgmedewerkers hun ervaringen delen over palliatieve zorg.
Cursisten spreken vaak over wat zij meemaken en willen handvatten om beter zorg te kunnen verlenen. Soms zijn er ervaringen die ook heel persoonlijke impact hebben gehad op de deelnemers en dan is het goed om daar ruimte aan te geven. Het is mooi om hen wat bagage mee te kunnen geven. Hoe observeer je, hoe praat je over het naderen van het sterven etc.
Wat ik belangrijk vind in mijn rol als trainer is, dat ik goed luister naar de deelnemers, dat ik frustraties serieus neem maar ook kader en door middel van reflectieve vragen de deelnemers toch zelf in actie laat komen. Het gaat niet om grote veranderingen. Kleine implementaties geven vaak al succes.
Ik kan kleine en praktische handvatten geven die ze morgen al kunnen toepassen. Neem bijvoorbeeld het observeren en monitoren. Ik geef altijd de tip om te beginnen met het USD. Dan heb je één formulier waaruit je heel veel informatie kunt halen.
Ik vind het fijn als ook de leidinggevenden ook (gedeeltelijk) bij de sessie aanwezig zijn. Veranderingen moeten tenslotte breed gedragen worden, Met elkaar kom je verder.
Door deelnemers hun eigen praktijkvoorbeelden te laten bespreken, krijgen zij inzicht in hun eigen handelen. Waar komt mijn onzekerheid vandaan? Wat maakt dat ik een gesprek over het naderende einde zo moeilijk vind? Waarom sta ik met mijn mond vol tanden als andere hulpveerleners het beter weten? Waarom word ik zo onzeker bij een assertieve familie?
In sessie 1 starten we vaak met een Kahootquiz die kennis ophaalt uit de Elearning en actualiseert.
Wat mij meestal opvalt is, dat er nog veel te leren en uit te leggen valt over bijvoorbeeld:
· Het markeren van de fases palliatieve zorg en terminale zorg
· Het refractair syndroom
· Delier
· Medicatie bij doorbraakpijn
· Palliatieve sedatie
· 3 x O (Observeren; Onderzoeken; Overleggen)
· Metingen zoals DOS score en andere (pijn-)scores gebruiken als hulpmiddel
· Gelijkwaardige gesprekspartner zijn.
Het valt op dat veel zorgverleners onbewust onbekwaam zijn, en daar zijn wij voor.
Waar kunnen we als FiniVita en als trainers nog in ontwikkelen m.b.t. Palliatieve Zorg?
Ik zou als trainer heel graag eens een dagdeel willen meelopen in de praktijk. Dan zie ik pas echt goed wat er anders kan. Er moet mijns inziens echt een switch gemaakt worden in het denken en doen binnen palliatieve zorg. Dan kan pas echt goed op gang komen als zorgmedewerkers zich bewust worden van hun eigen handelen en denken en daar alternatieven voor aangereikt krijgen.
Het zou fijn zijn om de scholing ook te geven aan het management van organisaties. Samen met hen na te denken over hoe het gaat en hoe het kan. Veranderingen zitten niet altijd in grote dingen. Maar er is wél support nodig vanuit het management of vanuit de leidinggevenden. Het is goed om uit te wisselen wat ik heb gezien, waar de kracht van de zorgmedewerkers en het team ligt en wat ontwikkelpunten zijn. Over het algemeen kunnen zorgmedewerkers zich nog meer ontwikkelen op het gebied van weerbaarheid en op deskundigheid voer palliatieve zorg.
Tot slot?
Bij afronding van mijn verpleegkunde opleiding in 2005 kreeg ik een kaart van mijn docent. Hierop stond de spreuk ‘Zorgen moet je doen, niet maken’ Voor mij betekent dit: lekker aan de slag gaan. Praktisch kijken naar dat wat je kunt doen én laten. (dat laatste wordt soms nog té weinig gedaan)
Dank je wel Magda voor je enthousiaste toelichting.
Nelleke van der Marel in gesprek met Magda Mol, oktober 2024.